Het is nog nevelig wanneer de zon opkomt, maar die is snel verdwenen en onthult een verstilde
waterwereld, bekroond met enkele schapenwolkjes en bevolkt door vreemde vogels.
Een ornaatelfje (jahaa, een heus elfje) komt even langs - om ons goed reis te wensen? - voordat we onze reis voortzetten naar Mikkira, een vroegere schapenranch van 220 vierkante kilometers, en - daarom zijn wij hier – bevolkt door ruim 50 koala's!
IJzeren hekken leiden ons het station binnen (station is de Australische term voor een afgelegen boerderij (en hier betekent afgelegen soms dat de buurman 50 tot 200 kilometer verderop woont) en rijden enkele stoffige kilometers om een kampeerplek te vinden. Enkel natuur hier, maar ergens is een douche/toiletgebouwtje aanwezig. En daar is het een drukte van belang op deze zondag; tientallen auto's staan her en der geparkeerd, mensen en kinderen lopen af en aan, overal branden lustig de kampvuren en als we goed kijken, ontdekken we we zelfs enkele caravans en campers in de chaos. Het is moederdag, en blijkbaar heeft de helft van Port Lincoln besloten, dat dat vraagt om een picknick bij de koala's! Want, zo merken we, als we onze rv installeren in de luwte van een eucalyptusboom aan de rand van het woud en vóór ons een weidse vlakte doorkruist met enkele karrensporen, de koala's zijn nadrukkelijk aanwezig, ook in de manna boom achter onze Belle.
Na een uurtje of zo vinden alle dagjesmensen, dat het de hoogste tijd is om te vertrekken,
en binnen een kwartiertje is het aantal bezoekers drastisch verminderd tot twee. En dat zijn wij,
op een oppervlakte van zo'n vierkante kilometer.
Vijftig meter terug, vinden we een open plek in het bos, tra voor alle woordpuzzelaars, waar we een provisorische picknickbank en een gehalveerde olieton waarin nog een vrolijk vuurtje brandt, aantreffen.
We besluiten hierheen te verhuizen (wat niets te maken heeft met het feit dat op deze nieuwe plek in de boom achter onze rv een koala met kind huist, echt niet!) en stoken daarna het vuurtje even op. Niet om de kou te bestrijden en ook niet als verlichting; we wikkelen enkele zoete aardappelen in alufolie en begraven die onder het houtskool.
De mise-en-place voor onze maaltijd is nog maar net achter de rug, als onze gastvrouw arriveert
om ons te verwelkomen.
Helen runt samen met zoon Brayden Mikkira, en vertelt honderduit over haar geschiedenis hier.
Resoluut vraagt ze of we mee willen om een rondje door haar domein te gaan wandelen, een uitnodiging die we natuurlijk direct accepteren. Ze wijst ons de ene koala na de andere aan,
waaronder een heleboel moeders met joeys (kleintjes). Onderweg ontmoeten we nog een kudde kangoeroes (is een groep kangoeroes een kudde?) en zien we door de tand des tijds aangetaste eucalyptusbomen in velerlei vormen.
Na een bosbrand enkele jaren geleden was het aantal koala’s helaas gereduceerd tot acht, maar gelukkig is er nu de ene gezinsuitbreiding na de andere.
We nemen afscheid, nemen ons diner en nemen daarna onze koffie bij het kampvuur. We nemen het er van...